Een korte retraite
Afgelopen week was ik een paar dagen in de Abdij van Berne voor een korte retraite, zodat ik mij kon onderdompelen in de geloofspraktijken van mijn voorouders. Weliswaar heb ik in mijn leven een redelijk aantal missen bijgewoond, maar dat waren altijd vieringen voor een speciale gelegenheid (doop, eerste communie, uitvaart) en dat is toch iets anders dan de dagelijkse routine in een klooster met ochtendgebed, eucharistieviering en avondgebed.

Gelukkig bleef er ook tijd over voor andere bezigheden. Zo bracht ik een groot deel van de woensdag door in de bibliotheek van de abdij. Conservator Robert Arpots gaf mij een korte rondleiding en spuwde daarbij zijn vuur over de verkoop van een deel van de collectie in 1886 en 1887 door de toenmalige abt Gerlacus van den Elsen om de stichting van een gymnasium (lees seminarie) te kunnen financieren.
Het gymnasium bestaat nog altijd, maar is al in de vijftiger jaren losgekoppeld van de abdij.
Bibliothecaris Lennie van Orsouw bracht mij vervolgens twee uitgaven die ik tot mijn ergernis niet had kunnen vinden in de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek. Inhoudelijk ging het hierbij om voetnoten bij voetnoten en ik zal mijn lezers dan ook niet vermoeien met nadere details, maar voor mij was het een bijzonder bevredigend bezoek.

Ten slotte mocht ik in het archief een blik werpen op een document uit omstreeks 1200, waarin Dussen wordt vermeld – een klein en simpel perkamenten velletje met daarop een tekst in een prachtig handschrift. Ik zal erop terugkomen in mijn andere blog.

Op donderdag maakte ik een wandelingetje bij kasteel Heeswijk. Jammer genoeg was ik mijn portemonnee vergeten, zodat ik niet naar binnen kon, terwijl mijn oorspronkelijke wandelplan te ambitieus bleek voor de beschikbare tijd; om 12:15 uur moest ik terug zijn voor de mis.
Ik zal dus nog een keer terug moeten komen.

Tijdens de mis kwam ik tot de conclusie dat ik mij voorlopig voldoende had gelaafd aan het Roomse erfgoed en na de lunch nam ik met een leugentje om bestwil afscheid van mijn gastheer broeder Maarten. Om 4 uur was ik thuis en even later kon ik Astrid ophalen van het station in Lochem.
Back to normal!
Vanochtend beluisterde ik, zoals wel vaker, het Gloria van Francis Poulenc. Als ze dít nu eens lieten horen tijdens de verschillende vieringen, bedacht ik, dan zou ik vast langer zijn gebleven.

O ja, er was gelukkig ook nog gelegenheid om een kaarsje te branden voor al mijn dierbaren – dead and alive.
[6 november 2021]
2 gedachten over “Tussendoor (14)”