‘Wat resteerde was een enorme binnenzee.’ Met die zin eindigde ik mijn vorige stukje (Dussen 3) over de ondergang van het Land van Dussen.
Op de kaart hieronder is te zien hoe de situatie zo’n 140 jaar later was.

Hoe het met het Land van Dussen was gesteld, wordt duidelijk op de vergroting hieronder.
Rechtsonder zien we van boven naar beneden: ‘Dussen’, ‘thuijs te dussen’ en ‘dussense Sluijs’.

Dussen is het herrezen Muilkerk, gelegen aan het riviertje de Dussen, dat via een kanaal en de Dussense sluis uitwatert op de ‘Maas’.
Deze ‘Maas’ was een al eeuwen eerder afgedamde rivierarm, die ooit doorliep tot Maasdam, maar sinds de Sint-Elisabethsvloeden uitmondde in de toen ontstane binnenzee; we zien hoe de oorspronkelijke bedding is ingetekend op de kaart.
Aan weerszijden van de sluis zijn huizen getekend: het begin van een nieuw Munsterkerk.
Het ‘Huis te Dussen’ tenslotte is het kasteel van Dussen, dat de overstromingen min of meer heeft overleefd; het zal nog ter sprake komen.
Op het eerste gezicht lijkt er niet zoveel veranderd, maar dat is schijn.
Om te beginnen zien we dat het land beschermd wordt door een dijk, de – nog altijd bestaande – Kornse dijk, aangelegd in de jaren 1461-1465.
Gerekend vanaf de Dussense sluis loopt die dijk eerst een stukje naar het westen, buigt dan naar het noorden, loopt vervolgens naar het noordwesten en maakt uiteindelijk bij Werkendam een scherpe knik naar het noordoosten om daar aan te sluiten op de dijk langs de Merwede. Aan de andere kant van de Dussense sluis sluit de dijk aan op de dijk langs de ‘Maas’.
In de tweede plaats zien we langs de dijk allerlei aangroeisels: slikken en schorren, bestaande uit zand en klei.
Hetzelfde water dat in enkele jaren het grootste deel van het Land van Dussen had weggespoeld, zou dat land opnieuw opbouwen, maar dan over een periode van eeuwen.
[7 juli 2018]
2 gedachten over “Dussen (4)”