Niet alleen het Hollands-Utrechtse veengebied – zie Dussen (2) – ook het Land van Dussen was kennelijk de moeite waard om in cultuur te brengen. Zo ontstonden daar twee nederzettingen, Muilkerk en het wat westelijker gelegen Munsterkerk: allebei lintdorpen – vermoedelijk beide langs de Dussen –, bestaande uit een reeks van boerderijen met daarachter lange, smalle percelen ontgonnen land.
Wat ooit een ondoordringbaar moeras was geweest, veranderde in de loop der jaren in een bloeiende agrarische gemeenschap.
Het ingrijpen in de natuur had ook onvoorziene consequenties.
De eerste was een aanzienlijke bodemdaling: het verlagen van het grondwaterpeil leidde tot het inklinken van de bodem. Dat proces werd nog eens versterkt door het occideren van het veen in de bovenlaag van de grond; veen is immers organisch materiaal dat, blootgesteld aan de lucht, verteert.
Door het dalen van de bodem ontstonden afwateringsproblemen en nam de kans op overstromingen toe.
De afwateringsproblemen werden aanvankelijk opgelost door het gebruik van klepduikers (die alleen naar buiten opengaan), in combinatie met de aanleg van boezems om overtollig water op te kunnen slaan. Later kwam daar de bouw van windmolens bij om het vrijwel permanente hoogteverschil tussen het water in de polder en het oppervlaktewater te overbruggen.
Daarnaast werd stap voor stap een heel systeem van dijken aangelegd, waardoor uiteindelijk (1282) één zeer grote polder ontstond – de Grote of Zuidhollandse Waard – waarin ook de Landen van Dussen, Heusden en Altena waren opgenomen.
Het bleek een kwetsbaar geheel.
In de eerste helft van de vijftiende eeuw werd Nederland geteisterd door stormvloeden en overstromingen. De bekendste daarvan is de Sint-Elisabethsvloed van 1421, maar er waren er meer.
De overstroming van 1421 was op zichzelf niet rampzalig. Wel rampzalig was het feit dat de dijken als gevolg van burgeroorlog en politieke onrust niet afdoende konden worden hersteld. Door nieuwe stormvloeden en hoge waterstanden van de Merwede werden de gaten in de dijken steeds groter, en door eb- en vloedbewegingen ontstonden stroomgeulen en werd de onderliggende bodem losgeslagen en weggevoerd.


Het Land van Dussen ging grotendeels verloren. Het betrekkelijk kleine Muilkerk viel al snel weer droog, maar Munsterkerk verdween definitief in de golven.
Wat resteerde was een enorme binnenzee.
[5 juli 2018]
2 gedachten over “Dussen (3)”