Deze blog bestaat voor het grootste deel uit biografietjes van mijn voorouders en hun afstammelingen.
Voor de achttiende eeuw zijn de doop-, trouw- en begraafregisters onze voornaamste bronnen. Zij leveren informatie over geboorte, huwelijk en overlijden. Daarnaast krijgen we een – beperkt – inkijkje in het sociale netwerk van deze familieleden via de namen van de getuigen bij doop en huwelijk, terwijl de begraafboeken – soms – een indicatie geven van de mate van welstand van de overledene.
Voor stamvader Pieter Hofmans zijn er dan nog twee gelukstreffers: het testament van zijn zwager Wouter Egmont en een gerechtelijk onderzoek waarin hij als getuige werd gehoord. De eerste bron levert een mogelijk alternatief (Mertense) voor het patroniem Magiels, dat in het schepenregister wordt vermeld, uit de tweede bron kennen we zijn beroep en zijn leeftijd.
Koopcontracten en testamenten ontbreken; de eerste generaties zullen niet over noemenswaardige bezittingen hebben beschikt. Vermoedelijk waren het domweg arme mensen die met moeite rond konden komen, zoals dat gold voor het grootste deel van de bevolking.
In de negentiende eeuw versterkte de staat zijn greep op de burger, met als resultaat meer informatie.
In de registers van de burgerlijke stand worden beroep, woonplaats en (soms) adres van de betrokkenen vermeld, de militieregisters bevatten signalementen van de ingeschreven dienstplichtigen, de memories van successie geven een beeld van het vermogen (of onvermogen) van de overledenen.
Vanaf 1850 kunnen we uit het bevolkingsregister de talrijke verhuizingen en veranderingen in de gezinssamenstelling reconstrueren. Daarnaast worden kranten en andere periodieken zoals adresboeken belangrijke bronnen.
Veel onderzoek is vanachter het bureau uit te voeren, maar vroeg of laat is een gang naar de archieven nodig. Zo was ik afgelopen dinsdag in het Haags Gemeentearchief om daar te zoeken naar informatie over de inzegening van het huwelijk van Willem Hendrik Hofmans en Helena Lindeman (1834) en de doop van hun drie oudste kinderen (1835-1839). Ik kom erop terug.
Gisteren was ik in het Nationaal Archief in Den Haag om te zoeken naar de Memories van Successie van Pieter II Hofmans en zijn twee zonen en hun neef Adriaan. Het gaat dan om documenten die (nog) niet gescand zijn en ook niet op microfiches staan. Ze maken deel uit van gigantische folianten, met losliggende katernen: bizarre verzamelingen van voorgedrukte formulieren en handgeschreven notities in uiteenlopende formaten, die vaak ook niet in de verwachte volgorde liggen.
Na afloop lag er een tapijt van minuscule papiersnippers en stof op de tafel.
Kortom, het ware werk.
Hieronder alvast een eerste resultaat van deze expeditie.

[7 september 2018]