Doop
De drie Haagse kinderen van Willem Hendrik en Helena werden gedoopt in de Spaansche kapel; hun namen staan vermeld in het doopboek van de parochie van de Heilige Teresia van Avila.
Omdat deze drie korte teksten redelijk leesbaar en grosso modo identiek zijn, geef ik alleen van de eerste een transcriptie en vertaling.
Alledrie de kinderen werden gedoopt op de dag van hun geboorte en dus vóór de officiële aangifte, die steeds een dag later plaatsvond – een duidelijk bewijs van het belang dat aan de doop werd toegekend.
In mijn vorige stukje liet ik zien dat de geboorteaangiften op het gemeentehuis ‘gedeeld’ werden met de sociale omgeving. De doopplechtigheden waren vooral een familieaangelegenheid.
We tellen in totaal zes doopheffers.
Allereerst broer Gerrit Hofman, die nu dus wel aanwezig was, en Pietertje van Muijden, die in 1839 nog niet met Gerrit was getrouwd (dat zou pas in 1842 gebeuren), maar kennelijk al wel met hem was ‘verloofd’.
Vervolgens Anna Catharina Luskens, Wilhelmus Luskens en Jacobus Luskens.
In de Rotterdamse Burgerlijke Stand vind ik alleen een Anna Margaretha Luskens (1817), een Theodorus Wilhelmus Luskens (1797) en een Jacobus Gregorius Luskens (1811). Alledrie waren dat kinderen van Joannes Luskens en Anna Molemans, een zuster van Maria Molemans – dus twee volle nichten en een volle neef van Willem Hendrik.
Waarschijnlijk gaat het hier om deze drie personen, die dan niet hun officiële namen, maar hun ‘roepnamen’ hadden opgegeven.
Anna Maria van Gest ten slotte moet ongetwijfeld zijn: Anna Maria Vanges, een halfzuster van Helena Lindeman.
Al deze getuigen woonden in Rotterdam en waren dus op zeer korte termijn naar Den Haag gereisd om aanwezig te kunnen zijn bij de doopplechtigheid.
[14 september 2018, 21 april 2019]
Drie eeuwen Hofmans 