Een tweede poging
Op 22 september 1824, ruim drieënhalf jaar na zijn eerste brief, schreef Reinier Lindeman opnieuw naar de Maatschappij van Weldadigheid teneinde den Generaal! ootmoedelijk om een baantje te vragen.
Aan zijne Exellentie!
den Heere Generaal! en
Directeur! der Kolonien van
Weldadigheid enz. (te
Veenhuizen etc.etc.*
Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen R Lindeman Woonagtig in de Kazerne bij de Utrechtsche poort te Amsterdam.
dat ik gegasseerd [gegageerd] ben als Segt majoor van het Battn artt: N: M. [Nationale Militie] no 6. en Wel sedert dan Jaaren 1819. Zoo nadert hij met Eerbied den Generaal! met Ootmoedig Verzoek of ik nog in aanmerking ken koomen. om in de kolonie Veenhuizen geplaats te kunnen Worden
daar hij tansch volkomen in Staat [gezond] is
Verzoekt ootmoedelijk hier van bij gelegentheid te proviteeren
hij herhaald dit verzoek om reden een Vroegere aanvraag door mij aan den Generaal! is gedaan in den Jaaren 1821. en meent te weeten dat er in gemeld Jaar diens aangaande bewijzen van een behoorlijk gedrag van bovengemeld korps bij den Generaal! zijn ingekoomen.
Generaal!
Daar ik niet hoger wenschen dan mij waardig te mogen noemen en de naam te mogen dragen van de Generaal!s’ ootmoedigste en Dankbaarste Dienaar
R Lindeman
Amsterdam
den 22 September
1824
Secretaris Van Hemert plaatste bij deze brief een viertal aantekeningen:
– Herhaalt zijn vroeger verzoek om in eenig emploi in de kolonien geplaatst te worden.
– Op de lijst genoteerd
– Beantw 29 sept N 563 Not 25 id art 46
– Geplaatst tot Zaalopziener 14 Oct 1824
Reinier had eindelijk zijn baantje.
__________
* De Generaal is Johannes van den Bosch, generaal-majoor titulair; de Directeur is Wouter Visser (een zwager van Van den Bosch).
[28 juli 2019]
2 gedachten over “Reinier Lindeman (14)”