Binnenschipper
De geboorteakte van zoon Willem Hendrik (1812) is het eerste document waaruit het beroep van Pieter II Hofmans blijkt: binnenschipper.
Dat verklaart hoe Pieter uit Dussen in Rotterdam terecht is gekomen. Het land van Altena was een agrarisch gebied waarin al eeuwen voor de markt werd geproduceerd. De producten (vooral zuivel en vlees) werden via het water vervoerd naar steden als Dordrecht en Rotterdam, vanwaar ze eventueel verder werden gedistribueerd. Juist tijdens de Franse tijd, toen de overzeese handel min of meer stagneerde, bloeide in Nederland de agrarische sector. Binnenschipper was toen dus een beroep met perspectief.
Overigens was Pieter hooguit een kleine ondernemer; hij komt niet voor in de Rotterdamse adresboeken, terwijl daarin wel verschillende andere schippers worden vermeld.
In 1834 trouwde Willem Hendrik, inmiddels 21 jaar oud, in Den Haag met Helena Lindeman (mijn betovergrootmoeder). In de huwelijksakte staat opnieuw het beroep van Pieter Hofmans vermeld: schuitevoerder.
Het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) vermeldt over dit beroep: ‘Iemand die een schuit voert, t.w. die er zijn beroep van maakt er vrachten mede te vervoeren, vroeger te Amsterdam bepaaldelijk iemand die met zijn schuit vrachten binnen de stad of naar schepen vervoerde.’ Het lijkt er dus op dat Pieter, op dat moment 56 jaar oud, zijn beroep dichter bij huis uitoefende.
Pieter overleed vijf jaar later, in het Stedelijk Gasthuis. In de akte wordt hij vermeld als schippersknecht. Uit de archieven van de successiebelasting blijkt dat hij ‘in behoeftige omstandigheden is overleden; immers niet blijkt eenige roerende of onroerende goederen te hebben nagelaten.’
* Voor de dagelijkse leiding [van een gasthuis] benoemden de regenten een binnenvader die toezicht hield op de gebouwen, het personeel en het ziekenbezoek.
Bron Wikepedia.
[14 juni 2018]
3 gedachten over “Pieter II Hofmans (4)”