Bedienaar ter begrafenis
In een vorig stukje heb ik berekend dat Willem Hendrik als bode bij het begrafenisfonds Tot aller Welzijn aanvankelijk niet veel kan hebben verdiend.
Hoe ontwikkelde dat inkomen zich?
Op basis van het artikel van Jaap Sierag kan ik een globale schatting maken voor het jaar 1847. Daarbij ga ik ervan uit dat Willem Hendrik in dat jaar circa 1.000 volwassen ‘cliënten’ had. Verder weten we dat hij in 1847 299 nieuwe leden inschreef. Ik kom dan tot de volgende (optimistische) rekensom:
- f 7,50 per week voor 1.000 contribuerende leden (10 x f 0,75 per week).
- f 0,30 per week voor 299 nieuwe leden (299 x f 0,05 = f 14,95 per jaar).
- f 0,75 per week voor 52 begrafenissen (bij 1 begrafenis per week).
Totaal f 8,55 per week.
Dat bedrag is weliswaar beduidend hoger dan de f 2,50 die ik voor 1841 berekende, maar het blijft weinig.
Het moet Willem Hendrik al snel duidelijk zijn geworden dat zijn werk als bode een basisinkomen zou opleveren, maar niet meer dan dat. Hij moest dus op zoek naar aanvullende inkomsten.
Extra inkomsten kwamen ongetwijfeld uit de winkel van Adriana de Sain, met wie hij begin 1844 trouwde, en het lijkt erop dat hij die winkel na haar dood heeft voortgezet.
Daarnaast vestigde hij zich als ‘bedienaar ter begrafenis’ (uitvaartleider annex begrafenisondernemer). In het Rotterdamse adresboek van 1847 wordt hij voor het eerst als zodanig vermeld.
Het was natuurlijk een ideale combinatie: de leden van Tot aller Welzijn die hij als bode wekelijks bezocht om hun contributie op te halen, waren tevens zijn toekomstige cliënten als begrafenisondernemer.
Voorlopig bleef het waarschijnlijk sappelen. In de adresboeken van 1851 en 1852 staat hij vermeld als ‘winkelier en bode van een begrafenisfonds’, in het adresboek van 1854 als ‘debitant in loterijbriefjes en bedienaar der begrafenissen’. Uit dat jaar stamt ook de volgende advertentie.
Daarna wordt hij alleen nog maar vermeld als ‘bedienaar ter begrafenis’, soms in combinatie met ‘bode van een begrafenisfonds’.
Een van de taken van een bedienaar ter begrafenis was het doen van aangifte van overlijden. Willem Hendrik moet dan ook vermeld staan in talloze akten van overlijden. Een daarvan geef ik hieronder weer.*
Willem Hendrik ging tot op hoge leeftijd door met zijn werk. De laatste keer dat hij als bedienaar ter begrafenis wordt vermeld, is in het Adresboek van 1890. Hij was toen 78 jaar oud.
__________
* De scan is slecht leesbaar; de volgende keer dat ik in Rotterdam ben, probeer ik een betere te maken.
[29 oktober 2018]
3 gedachten over “Willem Hendrik Hofmans (13)”