Gerrit II Hofmans (19)

Hoger beroep

Linksboven in de marge van de eerste bladzijde van het vonnis van 25 mei 1882 staat een korte aantekening: Verd. & OM geapp^d (Verdachte en Openbaar Ministerie geappelleerd). Gerrit en de Officier van Justitie waren kennelijk geen van beiden tevreden met het vonnis.

Het hoger beroep diende op 26 juni 1882.

Van dat hoger beroep is een proces-verbaal bewaard gebleven, dat leest als een synopsis van de eenakter Zeven juristen en een wrijver.

Hieronder de transcriptie van het document.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM.
PROCES-VERBAAL.

Op heden den Zesentwintigsten Junij 1800tweeentachtig hebben de Heeren M^rs. J.F.T. v Valkenburg vc President, W. v Nauta Lemke, J. van der Feen, A. v Eyck Bijleveld, M.J. v Lennep en S. Wildschut Raden van het Geregtshof te Amsterdam, regt doende in hooger beroep van Correctionele Zaken, in tegenwoordigheid van M^r. W.R. op ten Noort Advocaat Generaal, en M^r. J Meerburg Substituut-Griffier, zich vereenigend in de Gehoorzaal van dit Hof, alwaar, de deuren opengesteld zijnde, door den dienstdoenden Deurwaarder is opgeroepen de namens den Procureur-Generaal gedagvaarde beklaagde Gerardus Adrianus Petrus Hofmans, appellant en geappelleerde van een Vonnis door de Arrondissements-Regtbank te Amsterdam op 25 Mei 1882 gewezen.

De beklaagde binnen gekomen zijnde heeft op de door den President gedane vragen geantwoord te zijn:

Gerardus Adrianus Petrus Hofmans, oud 40 jaren, van beroep zonder, geboren te Rotterdam en wonende te Haarlem.

De President vermaant de beklaagde oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen, en geeft het woord aan de Raadsheer Rapporteur M^r. J van der Feen, die hierop het bij de wet voorgeschreven Rapport uitbrengt.

De beklaagde vervolgens door den President ondervraagd zijnde heeft de hem ten laste gelegde feiten erkend.

Hierna heeft de Procureur-Generaal het woord gevoerd en Requisitoir genomen.

Aan den beklaagde het laatste woord verleend zijnde, verklaart de President het onderzoek gesloten en geeft te kennen, dat het Hof zich in de Raadkamer zal begeven om te raadplegen en uitspraak zal doen op 27 Juny 1882 volgende ten 10^1/2 ure. Waarvan dit procesverbaal.

Justitie ging gelukkig niet over één nacht ijs: de uitspraak werd op 27 juni uitgesteld tot 30 juni.

[14 februari 2019]

Vervolg.

Naar Inhoud.