De Engelse invasie van Walcheren
De Engelsen mochten dan met de slag bij Trafalgar in 1805 hun hegemonie ter zee hebben bevestigd, dat betekende niet dat zij pogingen om de Franse marine weer op peil te brengen, konden negeren. Zij waren in het bijzonder verontrust over de bouwactiviteiten die plaatsvonden in de Antwerpse haven. Naar verluid stonden daar tien linieschepen op stapel, terwijl bovendien de havens van Terneuzen en Vlissingen werden uitgebreid.
In maart 1809 besloten de Engelsen tot een aanval op Walcheren, in tweede instantie uit te breiden met een aanval op Antwerpen.* De zaak werd grootscheeps aangepakt: er werd een legermacht van in totaal 39.000 man bijeengebracht, die zou worden overgezet met bijna 500 transportschepen, geëscorteerd door 40 linieschepen, 30 fregatten en 90 brikken en kanonneerboten.
Deze vloot arriveerde tussen 28 juli en 1 augustus voor de kust van Walcheren. Dat was een indrukwekkend schouwspel en de bevolking van Domburg liep massaal uit om dat woud van scheepsmasten vanaf de duinen te bekijken.
Kort daarna werd het ernst. Met uitzondering van Vlissingen, dat pas op 15 augustus zou capituleren, werden Walcheren en Zuid-Beveland binnen enkele dagen onder de voet gelopen. Korte tijd later volgden Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland. De Engelsen vormden nu een directe bedreiging voor Antwerpen, dat bovendien slecht verdedigd was. Een aanval bleef echter uit en de situatie leek zich min of meer te stabiliseren, met dien verstande dat beide partijen hun posities zoveel mogelijk probeerden te versterken.
Eind augustus stonden de Engelsen dan toch eindelijk met 15.000 man voor Antwerpen, maar te elfder ure besloot het Engelse opperbevel de voorgenomen aanval niet door te zetten. Vervolgens ontruimde het Engelse leger Zuid-Beveland en de overige eilanden en trok zich terug op Walcheren. Een deel van de troepen keerde terug naar Engeland; 15.000 man bleven achter als bezettingsmacht.
Intussen hadden de Frans-Hollandse troepen een geduchte bondgenoot gekregen in de gedaante van de Zeeuwse koorts – een combinatie van malaria en allerlei infectieziekten. Symptomen waren een opgezette milt, een gele kleur, koorts en bloedige diarree. De in Zeeland gelegerde Franse troepen hadden hier al de nodige ervaring mee en werden in voorkomende gevallen tijdig geëvacueerd. Dat neemt niet weg dat tijdens de warme maanden standaard een derde van de Franse soldaten in het hospitaal verbleef.
Vanaf medio augustus richtte de Zeeuwse koorts onder de Engelse soldaten een ware slachting aan. Eind augustus waren er 3.000 zieke soldaten, op 10 september 8.300 en een week later 10.000. Uiteindelijk zouden 3.900 man aan de ziekte overlijden.
De situatie voor de Engelsen op Walcheren werd hierdoor evident onhoudbaar, maar de Fransen besloten geduldig af te wachten. Uiteindelijk vertrokken de Engelse troepen in de loop van december en op 25 december verdween het laatste Engelse schip uit Veere. Zo kwam er een eind aan een achteraf gezien volstrekt zinloze onderneming. En opnieuw was de materiële schade enorm.
De Hollandse marine heeft in deze episode nauwelijks rol gespeeld. De overmacht van de Engelse vloot was zo groot, dat geen moment is overwogen om het in Hellevoetsluis gestationeerde eskader in te zetten.
Wél deden veertien Hollandse kanonneerboten op 31 juli een aanval op de Engelse kanonneerboten die Veere bestookten. Hun aanval werd afgeslagen en zij voeren daarna in de richting van Zierikzee. Ook daar vond een kort treffen met een Engels eskader plaats. Het mocht opnieuw niet baten en de veertien schepen namen de wijk naar Bergen op Zoom.


We weten uit de Confereer-Rolle (monsterrol) van de Zeeuwsche Armade dat Reinier op een van de schepen van dit eskader diende. Bovendien weten we uit een tweetal latere stamboeken dat hij in 1809 betrokken was bij de gevechten op of bij Walcheren.
Mijn conclusie is dus dat hij tijdens die dagen in juli en augustus als kanonnier op een van die veertien kanonneerboten heeft gezeten.
Si non è vero…
__________
* Een zeer leesbaar artikel over de invasie vind je hier.
[18 juli 2019]
Eén gedachte over “Reinier Lindeman (9)”