Van korporaal tot sergeant-majoor
De Bataafs-Franse tijd begon met een fluwelen revolutie onder de paraplu van de Franse troepen onder de generaal Pichegru en eindigde met een fluwelen staatsgreep, mogelijk gemaakt door een detachement Russische kozakken onder bevel van de generaal Beckendorff. Zoals stadhouder Willem V op 18 januari 1795 naar Engeland was gevlucht op een Scheveningse visserspink, zo keerde zijn zoon Willem Frederik op 30 november 1813 terug in ons land aan boord van een Engels oorlogsschip, The Warrior.
Enkele dagen eerder was hem door een driemanschap onder leiding van Gijsbert Karel van Hogendorp de soevereiniteit over Nederland aangeboden en Willem Frederik aanvaardde deze op 2 december 1813 ‘onder waarborging eener wijze constitutie’.
De soevereiniteit oefende hij in de jaren daarna met al zijn vermogens uit; de inlossing van zijn belofte ‘eener wijze constitutie’ zou nog 35 jaar op zich laten wachten.
De oude koning was toen al vijf jaar dood.
Een van de intrigerende aspecten van deze periode van restauratie is het ontbreken van rancune en – al dan niet bloedige – afrekeningen: eertijds fervente patriotten en overtuigde aanhangers van Napoleon werden zonder problemen opgenomen in het nieuwe bestuursapparaat, terwijl nota bene een overtuigde Oranjeklant als Van Hogendorp op een zijspoor werd gerangeerd.
Ook op lagere niveaus zien we dat functionarissen en militairen in Franse dienst probleemloos konden overstappen naar een Nederlands dienstverband.
Reinier Lindeman was op 1 februari 1814 krijgsgevangen gemaakt en vervolgens ‘teruggestuurd naar Holland’. Daar was hij op 18 februari ‘uit Franse dienst gedeserteerd’.
Tien dagen later trad hij toe tot de 8e compagnie van het 4e bataljon Artillerie van Linie, aanvankelijk in de rang van korporaal, kort nadien bevorderd tot bombardier (vergelijkbaar met sergeant). In die periode was hij betrokken bij het beleg van Naarden (17 november 1813 – 12 mei 1814), een van de laatste plaatsen in Nederland waar Franse troepen nog standhielden.
Het 4e Bataljon Artillerie werd in 1815 opgeheven en Reinier werd overgeplaatst naar het 6e bataljon Artillerie Landmilitie in de rang van sergeant. Kort daarna werd hij bevorderd tot sergeant-majoor. Dat was een tamelijk verantwoordelijke functie: de sergeant-majoor verzorgde de administratie van een complete compagnie, dat wil zeggen een eenheid van een kleine honderd man.
Voor zover ik heb kunnen nagaan, was Reinier sindsdien permanent gelegerd in Bergen op Zoom.
Op 15 februari 1816 trouwde Reinier met Anna Maria Stok, geboren in Maastricht in 1786. Dat gebeurde, zo blijkt uit de huwelijksakte, met uitdrukkelijke toestemming van de bataljonscommandant. Tevens blijkt uit de huwelijksakte dat Reiniers moeder inmiddels was overleden.
De vader van Anna Maria was ontvanger van het Stadsoctrooij (een soort belasting), haar moeder was overleden in 1812. Er zijn twee jongere zusjes bekend, Elisabeth en Maria, maar mogelijk waren er nog meer kinderen.
Op 1 september 1819, ging Reinier ‘met gagement’; hij kreeg een pensioen toegekend van f 88,– per jaar.
[22 juli 2019]
2 gedachten over “Reinier Lindeman (11)”