Marij Hofmans
Mijn grootvader Jan Hofmans had een oudere broer, Henk Hofmans (1865-1933); ik heb eerder over hem geschreven (hier en hier). Meer nog dan mijn grootvader bleek hij een begenadigd ondernemer: hij zette een fabriek voor verpakkingsmateriaal op, opende een winkel in kantoorbenodigdheden en wist zich vanuit het niets op te werken tot een vermogend man.
Henk trouwde in 1889 met Maria Elisabeth van der Laan (1866-1950) en kreeg met haar zeven kinderen – vijf dochters, twee zonen.
Hun jongste zoon, Theo Hofmans (1899-1976) trouwde in 1919 met Cis Hoefsmit (1895-1984). Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren, maar van de eerste zes kinderen overleefde er slechts één: Maria Elisabeth, vernoemd naar haar grootmoeder. Zij kreeg als roepnaam Marij. Dit stukje gaat over haar.
Na de eerste zes kinderen volgden er nog drie, Anna, Franscisca (Fransje) en opnieuw een Henk (1933-1991). De oudste zoon van deze Henk Hofmans – die ook weer Henk heet – is de auteur van het volgende stukje.
Henk Hofmans
Maria Elisabeth Hofmans werd op 4 februari 1926 geboren in Rotterdam.
Heel veel weet ik niet van haar Rotterdamse jeugd. Ze vertelde mij van een lieve grootvader, die altijd goed was voor een cent en dat ze vaak op zijn buiten op de pony’s mocht rijden.
In 1933, toen zij 7 was, kwam het tot een scheiding tussen haar ouders. Die scheiding verliep niet zonder slag of stoot en zou diepe sporen achterlaten. De kinderen bleven bij hun moeder (mijn oma).
Cis Hoefsmit verhuisde nogal vaak en er kwam pas weer rust in het gezin toen het neerstreek in Antwerpen. Daar werd oom Noud, een neef van moederszijde en priester en decaan van het Sint-Stanislascollege, een dierbare steun en toeverlaat; hij ontpopte zich tot een soort tweede vader voor de kinderen, overigens met speciale toestemming van de Antwerpse bisschop.
Op 14 mei 1940 werd Rotterdam gebombardeerd en ontstond er grote bezorgdheid over het wel en wee van de families Hoefsmit en Hofmans. Cis pakte meteen de trein – die reed blijkbaar nog – en Marij ging mee.
Alle familieleden bleken de eerste oorlogsdagen overleefd te hebben, maar de winkel- en bedrijfspanden aan de Wijnhaven en Nieuwe Markt waren verloren gegaan. Op de 14-jarige Marij maakte het bezoek aan de platgebombardeerde stad een onuitwisbare indruk. Haar geliefde Bijenkorf stond zelfs nog in brand.
Marij was een ongewoon goede leerling én ze was ambitieus. Zij wilde gaan studeren in een tijd waarin dat voor meisjes nog heel bijzonder was. Haar moeder was het er niet mee eens en het zegt veel over Marij dat zij haar zin wist door te drukken. Zij studeerde wijsbegeerte en letteren aan de Katholieke Universiteit van Leuven en studeerde cum laude af in de klassieke letteren.

Tot slot nog een paar persoonlijke herinneringen.
Oma Cis en Tante Marij waren er altijd bij – bij verjaardagen, communiefeesten, Koninginnedag, oud en nieuw. Het was dan altijd gezellig. Oma was op nieuwjaarsdag jarig en bleef dan altijd slapen, samen met Tante Marij. De conferences van Wim Kan en het Nieuwjaarsconcert werden trouw gevolgd. Ook na het overlijden van Oma in 1984 bleef Tante Marij langskomen en logeren.
Tante Marij goed was in spelletjes, zoals scrabble, en ze was de beste in het oplossen van de scryptogrammen in de NRC –voor ons vaak een hersenbreker.
Jaarlijks vierden wij haar verjaardag met een familiediner. Bij een chinees in Amstelveen, in de Auberge in Tilburg, de laatste jaren in het Laar, het verzorgingshuis waar zij toen woonde. In die laatste jaren zorgden haar petekind Caroline Jaspers – de dochter van haar zus Fransje en haar zwager Boeb Jaspers – en haar steun en toeverlaat Fred ervoor dat Tante Marij toch nog op bezoek kon komen in Hillegersberg.
Mijn zus Claudine en broer Luc gingen kort voor de huidige lockdown nog eens langs bij haar. Zij waren onder de indruk van Marij’s sociale vaardigheden; ze kende iedereen en leek in het Laar een maatje groter dan daarbuiten. Dankzij de liefdevolle zorg van Caroline heeft tante Marij daar de tijd van haar leven gehad.
Tante Marij overleed op 28 november 2021. Zij was toen 95 jaar – zonder twijfel de oudste Hofmans ooit.
[12 januari 2022]
Eén gedachte over “Tussendoor (16)”