Patiënts voorleven
Gerrit werd op 19 maart 1894 opgenomen in het Haagse Geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen, alwaar door twee psychiaters werd vastgesteld dat hij ‘lijdende aan krankzinnigheid’ was. Na de uitspraak van de kantonrechter voerde een andere psychiater – Dr L. le Rütte1 – een aantal gesprekken met Gerrit en daarnaast met zijn zoon Henk. Een afschrift van de aantekeningen van Le Rütte is bewaard gebleven.
De hieronder volgende tekst is een samenvatting van ‘de ziektegeschiedenis betreffende patiënts voorleven’. Deze informatie is waarschijnlijk geheel of grotendeels afkomstig van Henk. De spelling is aangepast.
Vader is op en top een egoïst en vreemd persoon.
Patiënt heeft van alles gedaan. Schoenwinkel gehad, café,2 weer schoenwinkel, zijn geld geraakte op, is toen maar als soldaat naar Indië gegaan, getrouwd zijnde, 28 jaren is hij gehuwd, 4 jaren lang als hospitaalsoldaat in Indië geweest.
Altijd was patiënt een vreemd persoon, zeer egoïstisch, beschouwde hij steeds zichzelf als iets hoogs; stoorde zich niets om zijn huisgezin en bekommerde zich volstrekt niet om de opvoeding van zijn kinderen. Na allerlei baantjes gehad te hebben (na uit Indië teruggekeerd te zijn) is hij opeens gaan dokteren, massage gaan uitoefenen, hielp de burgerman voor 1 kwartje en associeerde zich daarop met Dr Bremer,3 een Israëliet uit Rotterdam (niet best befaamd); samen hebben zij een massage geopend; het ging zeer goed. Later kregen zij ruzie, de patiënt is toen naar Haarlem aan het masseren gegaan.
In Amsterdam had hij veel geld met massage verdiend, behandelde als huisdoctor families als Crommelin, Hartogh,4 enz. die hem voor doctor aanzagen; op zijn deur stond een bordje met doctor H— arts. Vanaf 1891 heeft hij zich in zijn hoofd gesteld dat hij benoemd zou worden tot Hoofdinspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht in Ned. Indië,5 is enige malen veroordeeld wegens het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde, want hij schreef recepten voor. Eens is hij door de Hoge Raad vrijgesproken en dit feit beschouwt hij als een erkenning dat hem de doctorstitel toekomt.6
Gedrag zeer onredelijk, verkwistend karakter, de zoon moest de moeder onderhouden,7 patiënt maakte alles op en weigerde zelfs zijn zoon enige ondersteuning om een zaak te beginnen,8 terwijl patiënt tijdelijk f 300 in de week verdiende.
Aantekeningen
1) De psychiatrie stond destijds nog in de kinderschoenen. Le Rütte, later geneesheer-directeur van het psychiatrisch ziekenhuis Brinkgreven in Deventer, was een van de grote vernieuwers van de psychiatrie in Nederland.
2) Volgens dit verslag zou Gerrit in zijn Rotterdamse tijd ook nog een café hebben gedreven, maar daarover heb ik niets kunnen vinden.
3) De Dr Bremer, met wie Gerrit zou hebben samengewerkt, was Isaac Breemer, geboren in Den Haag op 22 oktober 1829. Hij woonde aanvankelijk in Rotterdam en verhuisde in 1882 naar hetzelfde huis op de Prinsengracht in Amsterdam, als waar Gerrit eerder had gewoond. Dat zij elkaar kenden, lijkt dus wel aannemelijk, maar van samenwerking heb ik geen enkel spoor gevonden.
4) Zie aflevering 33.
5) Zie aflevering 30.
6) Zie aflevering 21.
7) Clasina had in 1892 de wijk genomen naar zoon Henk in Rotterdam en kennelijk weigerde Gerrit haar enige vorm van financiële ondersteuning te verlenen. Later wordt Clasina in Rotterdam vermeld als ‘boekhandelaarster’; zij is dan werkzaam in de kantoorboekwinkel van Henk.
8) Niet duidelijk is op welke zoon deze mededeling betrekking heeft. Vaststaat overigens dat Gerrit zijn zoon Jan in 1888 wél heeft geholpen om uit militaire dienst te blijven door het inhuren van een nummerverwisselaar. Ik kom erop terug.
[17 april 2020]
3 gedachten over “Gerrit II Hofmans (39)”